zaterdag 16 januari 2016

ParaCommando’s worden omgevormd tot Special Forces Support Group

Minister van Defensie Steven Vandeput wil de paracommando’s omvormen tot een ‘Special Forces Support Group’. Dat zei hij afgelopen woensdag in de Kamercommissie Defensie waar hij het langverwachte toekomstplan voor het leger kwam voorstellen.

‘Naast de interwapen- en gemotoriseerde capaciteit, als inzetwapen op langere termijn, heeft defensie nood aan een snelle reactie capaciteit’ aldus de minister. Dat is een capaciteit die internationaal gevraagd wordt en die ook een van de speerpunten zal zijn van het Strategisch Plan. Vandeput trekt dan ook zo’n 100 miljoen euro uit om dat te realiseren.

De beoogde capaciteit zal worden opgebouwd rond de huidige Special Forces Group. ‘Daarnaast willen we de bataljons paracommando laten evolueren in de richting van een ‘special forces support group’ (type Rangers, nvdr), zodat zij nog breder dan vandaag, en op korte termijn inzetbaar zijn.’ zegt de minister. In totaal zullen zo’n 870 manschappen deel uitmaken van de snelle reactie capaciteit. Daarbij zullen zo’n 645 para’s het leeuwendeel vormen terwijl de special forces group instaat voor de overige 225 manschappen. Omdat aantal te halen zal die laatste worden versterkt met extra personeel en bijkomend materieel. De special forces zullen ook bijkomend via de NAVO-samenwerking een bijdrage leveren aan de Special Operations Command.

De geplande wijzigingen van Vandeput komen overigens in grote mate overeen met de visie van Prof. Dr. Alexander Mattelaer, waarnemend directeur van het Instituut voor Europese Studies te Brussel. Die stelde eerder dit jaar in zijn bijdrage ‘Een adaptieve krijgsmacht voor onzekere tijden’ (*1) onder meer: “De lichte brigade vormt op dit ogenblik een weinig coherent geheel, bestaande uit eenheden met inhoudelijk verschillende oriëntatie. In de adaptieve krijgsmacht wordt de tweede capaciteit ontworpen met het oog op maximaal verschil met de gemotoriseerde brigade. In plaats van een conventionele brigadestructuur wordt de Special Forces Group beschouwd als de speerpunt van een Speciale Operaties Commando (SOC). De bestaande eenheden paracommando worden daarbij geïntegreerd in een Special Forces Support Group. (…)”

Tot slot wagen wij ons aan een ingetogen applaus ten aanzien van minister Vandeput. Hoewel verdere details nog op zich zullen laten wachten en derhalve enige voorzichtigheid geboden is, lijken de geplande hervormingen nu al van meer inzicht te getuigen dan datgene wat zijn voorgangers Andre Flahaut (PS) en Pieter De Crem (CD&V) tezamen wisten te presteren. Waar die eerste eind 2003 nog zinnens was de para's volstrekt op te doeken, deed De Crem het niet veel beter. Hij fnuikte eigenhandig de laatste restanten van het (voor snelle reactie troepen zo cruciale) autonome karakter van de paracommando's. Daarenboven werd onder De Crem's impuls het moederbataljon 1 Para in 2010 opgedoekt. Een van zijn verkiezingsbeloftes in 2007 was nochtans specifiek ‘de herwaardering van de brigade para-commando’ (*2).

*1: Een adaptieve krijgsmacht voor onzekere tijden, p88 & 89

*2: CD&V Federaal Verkiezingsprogramma, 10 juni 2007, p57