Het peloton bevoorrading (Rav-Air) uit Schaffen en de 15de Wing luchttransport van de Luchtmacht bouwden de voorbije decennia een wereldvermaarde expertise op inzake voedseldroppings. Een specialist uit Schaffen treurt omdat de Belgische regering blind blijft voor die vakkennis. Met voedseldroppings zou de krijgsmacht zich bovendien van haar humanitaire zijde laten zien.
,,Met de snowdrop hadden we al kunnen helpen in Kosovo. Intussen moesten we ook werkloos toezien bij de hulpverlening voor de aardbeving in Turkije. En nu passeert Oost-Timor.'' De snowdrop, een revolutionaire techniek voor voedseldroppings waarvoor België de primeur had, werd vorige week door de Luchtmacht operationeel verklaard (DS 9 september).
Maar inmiddels zijn er kapers op de kust: de Zuid-Afrikanen hebben hun eigen systeem van snowdrop ontwikkeld. Zij kunnen vanuit twee vliegtuigen 37.000 zakjes in één keer droppen. Dat is nog niet zo goed als de Belgen: die droppen 50.000 zakjes uit één C-130-toestel. Onze bron in Schaffen heeft niet al te veel vertrouwen in de capaciteit van de Australische voedseldroppers. ,,Veertien jaar geleden stonden zij nog nergens. Daarna heb ik bij onze talrijke humanitaire operaties in het buitenland nooit of nergens over Australische voedseldroppings horen spreken'', zegt hij.
Er zijn verschillende verklaringen voor het feit dat België bij de pakken blijft zitten. Het leger levert al enorme inspanningen voor de lopende buitenlandse operaties. Over de vraag wie dat allemaal moet betalen, bestaat nog geen duidelijkheid. Bovendien kampt de 15de Wing in Melsbroek met een schrijnend gebrek aan piloten.